Michael Jackson stuurde producer Quincy Jones, die nochtans zijn doorbraakalbum 'Off The Wall' en zijn bestseller 'Thriller' had geproduceerd, de laan uit omdat hij oordeelde dat Jones geen voeling meer had met de ontwikkelingen in de muziek. Jones was dol op rap, Jackson meende dat het genre op sterven na dood was.

"Michael gaf me de bons. Hij zei 'Quincy begrijpt de business niet meer, hij weet niet dat rap dood is'", herinnert Jones zich. Niet dat hij het Jackson kwalijk neemt. "Het was in die tijd niet zo duidelijk dat rap een enorme kracht had".

Vandaag gelooft Jones nog altijd in rap, hij meent zelfs dat het genre een revolutie in het onderwijs kan ontketenen. Jones meent dat tieners op rapmuziek les zouden moeten krijgen en heeft zelfs al een lessenpakket samengesteld. "Overal ter wereld luisteren de kids naar rap. Leraars moeten weten wie die rappers zijn". Quincy solliciteert zelfs openlijk voor een postje in de administratie van president Obama om zijn droom van raponderwijs waar te maken. "We zijn het enige land ter wereld zonder minister van Cultuur", merkt hij fijntjes op.