Veldhuis en Kemper - Ik wou dat ik jou was
Ik ben altijd, de schouder, de troost in zekere zin
Ze noemen mij wel, meer dan eens, een hartsvriendin
Ik ben altijd maar het broertje, waarmee ze praten kan
Een maatje, een klankbord, maar nooit de geile man
Ik ben altijd, de glijer, slick, dat ben ik
Ik ben altijd maar de koele, ik doe alles voor m'n kick
Ik ben altijd maar de macho, de latino, de denero
Ik ben altijd maar de stoere, maar nooit een keer de nono
Ik wou dat ik jou was, gewoon een keertje jou was
Dat ik ook eens met een vrouw was, niet het kussen maar het matras was
Ik wou juist dat ik jou was, gewoon dag zo zo was
Dat ik ook een beetje vrouw was (vrouw was) en klein was (klein was)
Niet de pinpas maar het wijnglas..
Maar ik wou juist dat ik jou was, gewoon een dag niet mezelf was
Dat ik alles was wat jij was
En jij was dan wie ik was
En wij dan nog steeds wij was
En ik een dagje vrij was
Ik niet eenzaam, maar een club was
Ik niet de regen, maar de drup was
En wij dan nog steeds wij was
En niet de mits, maar de tenzij was
Ik niet de kiezel, maar de kei was
Ik niet honing, maar de bij was
Ik niet de modder, maar de klei was
Ik niet het bed, maar juist de sprei was
Ik niet de maan, maar juist de tij was
Ik niet de kassa, maar de rij was
Ik niet de ragoƻt, maar de pastei was
Ik niet zo gesloten, maar gastvrij was
Ik niet het kind, maar de voogdij was
Ik niet zo stoer, maar een zacht ei was
Ik niet de plank, maar juist de strijk was
Ik niet zo super, maar loodvrij was
Ik niet de knuffel, maar het konijn was
Ik niet de klus, maar de karwei was
Ik niet alleen, maar allebei was
Ik niet zo ver, maar juist dichtbij was
En dat ik dan jim uit idols was
En ik dan die dikke uit de jury was
En wij dan nog steeds wij was..
Gewoon een dag niet mezelf was
Dat ik alles was wat jij was
En jij was dan wie ik was
En wij dan nog steeds wij was
En jij dan nog steeds (jij dan nog steeds)
En wij dan nog steeds wij was